Erfgoed van de Week | Technische innovaties aan het Beursplein - Gemeente Amsterdam

2022-05-27 18:13:58 By : Mr. HeJun Yan

Deze browser wordt niet meer ondersteund. Gebruik een recente versie van Edge, Chrome of Firefox.

De Effectenbeurs aan Beursplein 5 is bij het grote publiek vooral bekend door de beurshandel die er plaatsvindt, waarbij veel mensen de imponerende (en voor het publiek niet toegankelijke) beurszaal alleen zullen kennen uit kranten en journaals. Bij de oplevering in 1914 was de grootste innovatie van het gebouw ook voor de aanwezige beurshandelaren onzichtbaar: het verwarmings- en ventilatiesysteem dat zich schuilhield in de kelder en het binnenklimaat in het gebouw regelde, was op dat moment het grootste en meest vooruitstrevende klimaatsysteem in Nederland.

Links: portret van Jos. Cuypers, gemaakt omstreeks 1917. Rechts: Cuypers in de Effectenbeurs (ca. 1915). | Bron links: Wikimedia Commons; bron rechts: beeldbank Stadsarchief Amsterdam (ANWZ00262000001).

De Effectenbeurs werd gebouwd naar ontwerp van architect Jos. Cuypers (1861-1949), zoon van de gerenommeerde architect Pierre Cuypers (1827-1921), onder andere verantwoordelijk voor het ontwerp van het Centraal Station en het Rijksmuseum. Het oeuvre van Jos. Cuypers bestond voor een belangrijk deel uit katholieke kerken, maar als architect had hij tegelijkertijd een heel eigen en modern handschrift. Cuypers ontwierp in opdracht van de Vereniging voor de Effectenhandel tussen 1910 en 1914 een kantoorgebouw in Um 1800-stijl, een Duitse variant van een nieuwe, historiserende stijl, op een nagenoeg rechthoekig grondplan, met de grote beurszaal als hart van het gebouw.

Advertentie van de firma Erikstrup en Struve in het achtste nummer van het vakblad De Ingenieur in 1914. | Bron: Delpher.

Onder andere ten gevolge van de Industriële Revolutie en nieuwe ideeën over gezondheid, hygiëne en comfort, werden vanaf 1840 steeds hogere eisen gesteld aan het binnenklimaat in gebouwen. Bovendien ontwikkelde de installatietechniek zich snel, zeker aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Voor de aanbesteding van de ventilatie- en verwarmingsinstallatie van de Effectenbeurs was een gedetailleerd programma van eisen opgesteld. Zo werden voor de verschillende vertrekken in het gebouw de tijden genoemd waarop het systeem in gebruik moest zijn, en hoe hoog de bezetting op die momenten was. De aan te voeren hoeveelheid ventilatielucht werd bij benadering vastgesteld op 100.000 kubieke meter per uur. De binnentemperatuur werd voor alle verkeers- en verblijfsruimten in het gebouw gesteld op 18 °C. Cuypers liet zich voor het installatieontwerp adviseren door ingenieur K. Erikstrup van de Brusselse firma Harten & Povel, die later in Den Haag een eigen bureau zou beginnen met zijn compagnon E. Struve. Samen maakten Erikstrup en Cuypers in 1910 een studiereis door Europa, specifiek bedoeld om klimaatinstallaties in vergelijkbare openbare gebouwen te bestuderen, en hieruit lessen te trekken voor het ontwerp van de Effectenbeurs.

Plattegrond van de kelder van de Effectenbeurs, 1911. In blauw de aanvoer van verse lucht, in rood de aanvoer van voorverwarmde verse lucht. Verse lucht kon ook onverwarmd door een U-vormig kanaal naar de beurszaal worden geleid. | Bron: Het Nieuwe Instituut, Gebouwdossier van de Effectenbeurs naar ontwerp van J.Th.J. Cuypers/ EFFE, inventarisnummer EFFEa27, bewerking door auteur.

De Effectenbeurs werd centraal verwarmd en mechanisch geventileerd met een luchtverwarmingssysteem. Verse lucht bereikte de beurszaal vanuit de kelder, waar de lucht van een binnenplaats werd aangezogen door een grote ventilator. Achter deze ventilator stonden 6 luchtverwarmers opgesteld: cilindrische ketels waarin de lucht in kanalen, omwikkeld door warmwaterbuizen, werd voorverwarmd. Vervolgens werd de verse lucht via een groot kanaal naar de beurszaal geleid. Heel bijzonder was dat de verse, voorverwarmde lucht vervolgens niet via bouwkundige kanalen, maar via de gangen en vertrekken door het gebouw werd verspreid. Door middel van roosters in de plafonds van de kantoorvertrekken werd bedorven lucht door kanalen afgevoerd naar ventilatietorens op het dak. Omdat het restaurant op andere tijden in gebruik was dan de beurszaal en de kantoren, werd hier een tweede, kleinere luchtverwarmingsinstallatie aangelegd. Ter ondersteuning van de luchtverwarming werd daarnaast heetwaterverwarming toegepast, waarvoor 6 gietijzeren ledenketels van het systeem ‘Reck’ stonden opgesteld in de kelder. In de meeste vertrekken stonden gietijzeren radiatoren opgesteld. In de beurszaal stonden exemplaren van smeedijzer, omdat deze over een grotere verwarmingscapaciteit beschikten.

De beurszaal van de Effectenbeurs in de tweede helft van de twintigste eeuw. In rood de oorspronkelijke roosters voor nachtventilatie. | Bron: beeldbank Stadsarchief Amsterdam (BMAB00010000021_001).

Volgens berichten in de pers werkte de installatie na oplevering uitstekend. Onduidelijk is in hoeverre de oorspronkelijke klimaatinstallatie nu nog in het gebouw aanwezig is. Naar verwachting zijn de meeste onderdelen verdwenen, wellicht met uitzondering van enkele bouwkundige kanalen. Verreweg de meeste historische installaties uit de tweede helft van de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw hebben dat lot ondergaan, door de vele technische ontwikkelingen die elkaar in deze periode in hoog tempo opvolgden. Technisch gezien zijn we in 2022 natuurlijk veel verder dan in 1914. Maar van de wijze waarop architecten tussen 1840-1920 het binnenklimaat als integraal onderdeel van het gebouwontwerp beschouwden, kunnen we in onze huidige tijd, met de verduurzamingsopgave waar we voor staan, nog veel leren.

Een van de 6 gietijzeren ledenketels systeem 'Reck', geplaatst in de verwarmingskelder. | Bron: Bouwkundig Weekblad 1914, 154.

In de rubriek Erfgoed van de Week staat elke week een bijzondere archeologische vondst, vindplaats, voorwerp, monumentaal gebouw of historische plek in de stad centraal. Via de website amsterdam.nl/erfgoed, Twitter @erfgoed020 en Facebook Monumenten en Archeologie delen de erfgoedexperts van Monumenten en Archeologie het erfgoed van de stad met Amsterdammers én overige geïnteresseerden.

Deze Erfgoed van de Week is geschreven door Natasja Hogen, die op 18 mei 2022 aan de Universiteit van Amsterdam haar proefschrift met de titel ‘Een nieuwe omgang met comfort. De invloed van innovaties in verwarming en ventilatie op het ontwerp en gebruik van gebouwen, 1840-1920’ verdedigde.

Voorgevel van de Effectenbeurs gezien vanaf het Beursplein. In blauw de ventilatietorens, in oranje 2 niet-functionele torens, die voor het beeld zijn aangebracht. | Bron: beeldbank Stadsarchief Amsterdam (010003009563).

Op 18 mei ’22 promoveerde Natasja Hogen aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Haar proefschrift, met de titel ‘Een nieuwe omgang met comfort. De invloed van innovaties in verwarming en ventilatie op het ontwerp en gebruik van gebouwen, 1840-1920’ is (gedeeltelijk) te downloaden via de site van de UvA.

Onlangs schreven we een Erfgoed van de Week over de bijzondere negentiende-eeuwse installatietechniek van Herengracht 380-382.

Hebt u een vraag en kunt u het antwoord niet vinden op deze website? Neem dan contact met ons op.

Benieuwd wat er allemaal te doen is in de stad? Op Iamsterdam.com vindt u de beste tips op het gebied van cultuur, uitgaan en evenementen.