Podcastmaker Siona Houthuys (Bob): ‘Op feesten gebeurt wat ik elke dag wil’ - NRC

2022-05-27 18:16:03 By : Mr. Sam Xiao

Vanwege het coronavirus werken onze medewerkers thuis.

Siona Houthuys: „Onze trage manier van vertellen is ook een tegenreactie op de flitsende beeldcultuur van nu."

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Achter de schermen Siona Houthuys van het Vlaamse AudioCollectief SCHIK maakt prijswinnende verhalende podcasts. Met behulp van literaire verteltechnieken graaft zij naar de kern van iemands ziel. „Ik ben gefascineerd door het wilde beest in de mens.”

In de Antwerpse wijk Borgerhout, verscholen achter een gietijzeren poort die toegang geeft tot een oud industrieel pand, ligt de werkruimte van AudioCollectief SCHIK. Hier komt het drietal podcastmakers samen vanuit Gent (Nele Eeckhout), Amsterdam (Mirke Kist) en Brussel (Siona Houthuys). In 2017 won SCHIK voor de zesdelige serie Bob de publieksprijs van De Tegel, de belangrijkste Nederlandse prijs voor journalistiek. De serie kreeg ook de prijs voor Beste podcast van Nederland op de Dutch Podcast Awards.

In de grote woonkeuken wordt vergaderd en er is zelfs een slaapkamer voor als het werk uitloopt. Tot die tijd zitten de drie in gedachten verzonken aan podcasts te sleutelen. Meestal zwijgend, met koptelefoons op en het montageprogramma Reaper geopend op hun scherm. De plafonds zijn hier laag en er komt weinig daglicht binnen. Siona Houthuys (32) lacht: „Zodra we gaan monteren kruipen we deze donkere grot in. Mensen denken dat podcasts maken een job is vol actie en interviewen, overal en nergens. Maar meestal zitten we als monniken elk in onze eigen cocon eenzaam achter een scherm naar geluidsgolven te kijken.”

Veel populaire podcasts zijn zogenaamde ‘chatcasts’ – vrij informele praatprogramma’s met een wekelijkse frequentie. SCHIK maakt verhalende podcasts, waarin het drietal een onderwerp uitdiept in meerdere afleveringen. „Het is geen journalistiek, maar een soort kunst in audio. Soms doen we bij wijze van spreken een dag over het schrijven van drie zinnen voice over. We houden ons alledrie bezig met interviewen, schrijven, monteren en sound design. Per aflevering is één van ons hoofdverantwoordelijk en de rest geeft commentaar. Soms maken we wel twintig versies per aflevering voor we tevreden zijn. De deadline is er ook om ons als makers te verlossen. Dan is de kruistocht gedaan.”

Je ziet ze zelden in beeld, soms moet je zoeken naar hun naam in het colofon of aftiteling. Maar ze zijn wel essentieel voor de media die je consumeert. Hoog tijd om de ambachtsmensen achter de schermen te leren kennen. In een reeks van twaalf interviews laat NRC je zien hoe media functioneren aan de hand van de mensen die er werken. Deze keer: de podcastmaker.

U bent nu zes jaar podcastmaker. Wanneer werd u zich als kind voor het eerst bewust van de schoonheid van geluid?

„Die vraag gaat voor mij niet op, want ik zie mezelf meer als documentairemaker dan als een geluidsmaker. Als kind was ik al gefascineerd door mensen. Rondkijken en snoepen van de werkelijkheid. Mijn ouders hebben een oude boerderij in Halle, onder Brussel. Tijdens de coronaperiode heb ik daar weer twee jaar gewoond, en heb ik herbeleefd hoe het vroeger was. Vijf van de zeven kinderen wonen daar nog in aparte woonhuizen met hun partner en kinderen. In het huis van mijn ouders is een extreem grote keuken, dat is het moederhart, een duivenkot, een magneet. Je kunt er via vijf deuren naar binnen en het is permanent een soort toneel waar mensen op en af komen om iets te vragen of het hart te luchten.

„We keken vroeger thuis geen televisie. Terwijl mijn vrienden naar Friends keken dijde bij ons het avondeten uit in gesprekken voor de kachel. Praten, praten, praten, dat was mijn jeugd. Geluid, en heel dat magische universum, heb ik pas later ontdekt, toen ik aan het Antwerpse Conservatorium zat.”

De makers van SCHIK ontmoetten elkaar daar op de afdeling Woordkunst, waar ze werden onderwezen in storytelling. Kist studeerde af met een novelle, Eeckhout met een audiotheaterstuk in het donker en Houthuys met een theatermonoloog waarin audio was verwerkt. „De podcasts kwamen net op. We luisterden naar Amerikaanse radiohelden, zoals Ira Glass van This American Life en Jad Abumrad van Radiolab. De serie Invisibilia was een belangrijke inspiratie. Het ging over psychologie, ofwel ‘the invisible forces that shape human behaviour’, zoals het aan het begin van iedere aflevering klonk.

Het drietal debuteerde in 2016 bij VPRO Dorst, het jongerenplatform van de omroep, met de vierdelige podcast Roes. In de eerste aflevering verhaalt SCHIK smakelijk over de Griekse god Dionysus. „Van druiven maakt hij wijn, van mensen maakt hij beesten. Wilde panters. Poesjes. Kronkelende liefdestijgers. Maar ook agressieve honden. Kwijlende mormels, in staat elkaar levend te verscheuren.”

Houthuys: „Ik ben gefascineerd door het wilde beest in de mens. Wij mensen conformeren onszelf naar wat de maatschappij van ons verwacht. Waarom feesten wij? Om los te breken uit die dagelijkse routine. Dat is het trieste: op feesten durven mensen sociaal te zijn, voeren ze diepgaande gesprekken en durven ze van alles toe te geven. Daar gebeurt wat ik elke dag wil. Ik wil echt leven en het hebben over al die taboes en geheimen waarvan we denken dat we het er niet over mogen hebben.”

De veelgeprezen podcast Bob uit 2017 ontrafelt het geheim van Elisa, een 84-jarige dame die lijdt aan dementie. Houthuys stuit op het onderwerp voor Bob als ze op bezoek is bij Carrie, haar stemcoach. Moeder Elisa spreekt de laatste tijd opvallend enthousiast over ene Bob, haar jeugdvriendje. Op een dag laat ze zich ontvallen dat ze als vijftienjarige een kind van hem zou hebben gebaard. Houthuys: „Onze vraag was: Wat gebeurt er als we zo iemand wel serieus nemen? Iemand die daar in een donker hoekje van alles zit te vergeten en zelf ook vergeten wordt.”

U had dit verhaal ook in beelden kunnen vertellen. Wat is voor u het voordeel van een vertelling in geluid?

„De magie van geluid is dat je over allerlei visuele prikkels kunt springen die je vooroordelen voeden. Ik denk dat mensen bevooroordeeld zouden raken door het beeld. Wij kwamen binnen in een triestig, niet zo fris ruikend rusthuis met lange donkere gangen. Daar zat een heel gewoon oud vrouwtje waar ook nog eens warrige taal en een vaak onsamenhangend verhaal uitkwam. Wij verloren onmiddellijk ons hart aan haar, maar ik denk dat haar aanblik de kijkers zou hebben afgeschrikt. In een filmdocumentaire zouden we inzoomen op oude zwart-witfoto’s en op haar als 84-jarige. Maar dit verhaal gaat niet over die oude vrouw. Wij proberen met allerlei literaire technieken een beeld te scheppen van dat gepassioneerde meisje van toen. En net als in een roman bouwen we spanning op, met cliffhangers, en door bepaalde informatie achter te houden en druppelsgewijs vrij te geven.”

„Oh die spanningsboog, daar offer je je nachtrust voor op! Bij Bob wisselden we verschillende hypotheses af over de vraag of Bob wel of niet bestond. Een neuropsychiater vertelde ons over het begrip confabulatie, een aandoening waarbij mensen allerlei feitjes uit kranten, televisie en het eigen leven bij elkaar rapen en daar vervolgens een verzinsel op baseren. Dus wij brachten dat aanvankelijk ter sprake in aflevering twee. Maar wij hebben altijd een team van ‘verse oren’ dat meeluistert. Eén van hen zei meteen: ‘Ik wil niet meer verder luisteren. Want Elisa heeft gewoon confabulatie, dus er is niets van waar.’ Toen besloten we om dit stukje informatie pas in aflevering vijf aan bod te laten komen. Aan het begin werkte het als een te vroege conclusie. Dan had het geen zin om Bob nog te gaan zoeken en dan hadden we hem ook nooit gevonden.”

Wat was de grootste moeilijkheid tijdens het maken?

„Toen we Bob hadden ontdekt en in contact kwamen met zijn vrouw. Mirke en ik voerden een fijn gesprek van drie uur met haar en daarna ging ze op bezoek bij de zus van Bob. Die avond belde ze mij en had ik opeens een kwade vrouw aan de lijn. Haar hele vertrouwen in ons was weg. Op een of andere manier had de zus van Bob haar overtuigd van het feit dat dit verhaal niet verteld mocht worden. Toen ik ophing ben ik in tranen uitgebarsten en heb de anderen gebeld om te zeggen: ‘Het is gedaan. Al ons materiaal is onbruikbaar geworden.’ Toen hebben we met Randy, onze eindredacteur en producer, en met de VPRO, veel juridisch uitgezocht. Alles wat die vrouw over hem had verteld mochten we niet delen. We maken zo’n podcast terwijl we onderzoek doen. Die vorm zorgt dat luisteraars meeleven, maar het is een risico om een verhaal te maken waarvan je de afloop niet weet.”

Na de uitzending barstte een ethische discussie los over de vraag of je wel iemand mag interviewen die dementie heeft. Hoe woog u dat af?

„Het begint bij die vrouw serieus nemen en vertellen wat je aan het doen bent. ‘We maken een documentaire over jou.’ Telkens checkten we bij de dochters en de verpleegkundigen: voelt zij zich goed? Valt ze in een gat als wij weg zijn?

„Iemand die ontoerekeningsvatbaar wordt bevonden mag niet meer vrij bewegen, heeft geen recht meer om iets te ondertekenen. Maar wij vinden het belangrijk om te luisteren naar mensen die aan de rand van de maatschappij staan. We hebben overlegd met Annetje Bootsma, een ouderenspecialist, om op het juiste pad te blijven. Bij Elisa besloten we na veel overleg om haar verhaal te vertellen. Of ze nu echt een kindje van Bob heeft gehad vraag ik me niet meer af. We hebben Elisa kunnen zeggen dat we Bob hebben gevonden en ze heeft zich gehoord gevoeld. Vlak voordat zij stierf hebben wij afscheid van haar genomen.”

SCHIK werkte anderhalf jaar aan Bob, samen met een componist, twee eindredacteuren, twee beeldmakers voor het artwork en een technicus voor de eindmixage. Het totale budget bedroeg zo’n 20.000 euro, aldus Houthuys. „In de media gaat het over hoe booming podcasts zijn, maar wij werkten tijdens het maken twee dagen per week in de bediening om rond te komen. We hebben met Bob veel prijzen gewonnen, maar daar was nooit een geldprijs aan verbonden. Een van mijn beste vriendinnen zei: ‘Allez Sioontje, nu zijt gij toch rijk?’ Maar ik ben nog nooit zo arm geweest als na die serie. Mijn laatste spaarcenten zaten erin.”

Sneller werken leek de oplossing, dus werd de serie El Tarangu in zes maanden geproduceerd. „Dat was niet te doen. We waren totaal overwerkt. Toen zijn we even gestopt.”

Wat wordt uw volgende project?

„We zitten nu in de researchfase van een serie rond het thema ‘erfenis’. Dat woord keren we binnenstebuiten. Je hebt de letterlijke erfenis van geld en alle intriges die daarmee samenhangen. Maar een mens kan ook ziektes erven, geheimen, passies of privileges. Wij zijn allemaal bepaald door wat wij hebben meegekregen van onze voorouders. Neem de Black Lives Matter-beweging, waarbij mensen zeggen: we pikken deze erfenis niet meer, we willen vrijuit kunnen spreken over de gevolgen van het slavernijverleden.”

Hoe komt u aan verhalen voor deze serie?

„Gewoon in het café, en mensen mailen ons ook verhalen. Vorig jaar meldde zich bijvoorbeeld een vrouw bij ons. Ze verloor haar moeder op haar zestiende. Twee jaar geleden ontdekte ze dat haar moeder vlak voor ze stierf het gezin wilde verlaten voor een andere man. Op papier denk je: ach, gewoon een liefdesaffaire. Maar ze had het verhaal zelf al ingesproken en door hoe zij het vertelde raakte mijn hart overvoerd. Daarna interviewde ik haar vader. Hij sprak in de microfoon alsof het een theatermonoloog was. Er kwam een zin uit, dan een pauze, weer een zin, weer een pauze. Een acteur had het zo mooi niet kunnen brengen. Ik wist: ik mag nu niet ademen, niet hoesten, geen krimp mag ik geven, want die man is tot inzicht aan het komen over zijn eigen leven.”

Voelde u geen gêne om te vragen naar dit gevoelige thema?

„Geen gêne, maar wel enorme spanning, omdat je niet weet hoe ver iemand zal willen gaan. Op een bepaald moment zei hij iets aangrijpends. We zitten nog midden in het maakproces, dus ik kan nog niet onthullen wat precies. Maar hij keek me daarna aan en zei: ‘Oh, jij lijkt ook wel ontroerd.’ En ik begon te huilen, te huilen! Allesbehalve professioneel. Je leidt iemand als interviewer stap voor stap naar zo’n ontboezeming, dan gebeurt het, en wat dan? Het raakte mij dat hij nog zo vurig vertelde over een vrouw die hij al zestien jaar geleden was verloren. Liefde, leed, identiteit, al die diepe wortels zaten erin.”

Waarom vindt u het belangrijk om zo’n verhaal te maken?

„Onze trage manier van vertellen is ook een tegenreactie op de flitsende beeldcultuur van nu. Ik vergelijk het altijd met hoe ik vroeger met mijn familie naar de kerk ging. Dat gemeenschapsgevoel, de samenzang en het delen van verhalen en problemen zie ik terug bij verhalende podcasts. Hoe vaak wij geen mailtjes krijgen van mensen die zeggen wij hebben samen geluisterd in de tent, of in de trein. Dan denk ik wow, we brengen mensen samen rond een kampvuur.”

Siona Houthuys (1990) studeerde taal- en letterkunde en studeerde in 2017 af aan de afdeling Woordkunst van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Met oud-klasgenoten Nele Eeckhout en Mirke Kist richtte ze AudioCollectief SCHIK op en maakte voor de VPRO prijswinnende verhalende podcastseries als Bob (2017) en El Tarangu (2019). Houthuys geeft les in podcastmaken en werkt een dag per week als toneeldocent.

Roes verkent in vier afleveringen de roes uit genotsmiddelen, de roes als ontsnapping uit de dagelijkse sleur, de lichamelijke roes en de onvermijdelijke ontnuchtering als de roes eindigt. In vlot op elkaar gemonteerde interviews vertellen Nederlanders en Vlamingen van twintig tot zestig jaar openhartig over de rol van hormonen, het nut van feest en de hunkering naar liefde.

In het sfeervolle Bob betreden we de leefwereld van de 84-jarige Vlaamse Elisa, die lijdt aan dementie. Tegen haar drie dochters verhaalt ze steeds vaker over een zekere Bob, die haar jeugdvriendje zou zijn geweest. De makers van SCHIK onderzoeken zes afleveringen lang of Bob echt heeft bestaan en verweven brokjes herinnering van Elisa met hypothesen van wetenschappers. Spannend tot de laatste minuut.

De 5-delige serie El Tarangu begint met het telefoontje dat de Vlaamse wielerheld Lucien van Impe op een dag krijgt van een vroegere Spaanse concurrent, José Manuel Fuente, die zegt: ik ben binnenkort in de buurt, zullen we mosselen gaan eten? Als van Impe ophangt denkt hij: Hoe kan dit? Want Fuente is zeven jaar geleden begraven. Er volgt een zoektocht door Vlaanderen en Spanje met als centrale vraag: Heeft Fuente zijn eigen dood in scène gezet?

Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt. U kunt ons ook anoniem een tip geven.