KouwePotenTocht 2022: Grenspalen - Motor.NL

2022-09-09 17:47:22 By : Ms. xiaofang wang

Op zaterdag 29 oktober 2022 rijden we de KouwePotenTocht. Handvatverwarming op standje maximaal of je winterhandschoenen aan: we gaan 250 km genieten langs de Belgisch-Nederlandse grens. Het wordt weer een geweldige toertocht, met fantastisch eten en mooie locaties. Stap op je motor en rij mee! Schrijf je hier in.

Datum: zaterdag 29 oktober 2022 Startpunt: omgeving Budel Eindpunt: omgeving Bergen op Zoom Afstand: ca. 250 km Prijs clubleden en abonnees: € 55,00 Motor.NL Riders Club Motormaatje MOTO73 Promotor Motor.NL Premium + maximaal twee introducees die voor het kortingstarief mee mogen rijden Prijs niet-leden: € 65,00 Inclusief: ontvangst met koffie en luxe gebak, uitgebreide lunch, volledig verzorgd diner en een geweldige route Thema: Grenspalen (zie tekst onderaan)

Deelnemers die zich vóór 21 oktober hebben ingeschreven, ontvangen op vrijdag 21 oktober de route via de e-mail. Iedereen die zich na deze datum heeft ingeschreven, ontvangen de route z.s.m. na inschrijving. Vragen over de route kunnen gesteld worden aan kaj@motor.nl.

Wat is een Motor.NL clubtocht en wat krijg ik voor mijn inschrijfgeld?

De clubtochten van Motor.NL zijn all-inclusive toertochten waarbij doorgewinterde routemakers je iedere keer weer verrassen. Je leert altijd nieuwe wegen kennen, ook in gebieden waar je zelf al bekend bent. Stuk voor stuk hebben ze een bijzonder thema.

Na inschrijving ontvang je een week voor de toertocht de route, zodat je goed voorbereidt aan de start kunt verschijnen. Je rijdt de route alleen, of in je eigen groepje. Uiteraard kun je ook bij een ander aansluiten. Kortom, het gaat er heel gemoedelijk aan toe en we rijden niet in grote groepen. Iedereen is welkom, van jong tot oud, ongeacht de motor waarop je rijdt.

Van je inschrijfgeld betalen we eerst een bak belasting en ticketingfee. Vervolgens zorgen we voor goede horecapunten. Gerenommeerde restaurants met goed en veel eten en drinken. De start begint doorgaans met lekkere koffie en luxe gebak. Vervolgens krijg je een uitgebreide lunch en volledig verzorgd diner. Ons motto is dat iedere motorrijder na een clubtocht een kilo zwaarder huiswaarts moet keren.

Waar een grens is, heb je smokkelaars. Het Noord-Brabantse plaatsje Budel ligt niet ver van de grens met Vlaanderen en Budel wilde zich toeristisch profileren. Dus kwamen ze met het Smokkelmuseum. Conservator en coördinator Toon van Cranenbroeck is heemkundige en werkte vroeger zelf bij de douane. Hij kan dus mooie verhalen over smokkelwaren en grenspalen vertellen.

Het Smokkelmuseum toont voorwerpen als smokkelvoertuigen van kinderwagen tot Amerikaanse slee en zaken als wapens, stempels, kraaienpoten. Er staat ook een Jawa 350, de Tsjechoslowaakse tweetakt waarmee douaniers achter smokkelaars aanzaten in een nooit eindigende Tom & Jerryfilm. Zo’n Jawa was het eerste motorvoertuig voor de douaniers en volgde benenwagen, paard en fiets op.

Over de betonplaten De Grensweg leidt ons tussen de grenspalen 171 en 172 door, langs een omhoogstaande rood-witte slagboom België, Vlaanderen, Provincie Limburg en Hamont-Achel in. Doeng-doeng gaat het meteen over de betonplaten, waarmee onze zuiderburen hun wegen graag bedekken.

De ene grenspaal is de andere niet. Er zijn hier verschillende soorten. Baroniepalen, Admiraliteitspalen (ook douanepalen genoemd) en meulenstatpalen. Die palen stammen oorspronkelijk uit de zeventiende en de achttiende eeuw, sommige werden in de afgelopen decennia herplaatst, hersteld of zelfs opnieuw gemaakt. De grenspalen waar onze route langs slingert zijn geplaatst in 1843, na de Belgische afscheiding van Nederland. Ze hebben allemaal een uniek nummer. Op de Nederlands-Belgische grens van Noord-Brabant zijn het er bijna honderd.

Levendige smokkelhandel In de Eerste Wereldoorlog was Nederland neutraal, maar België was bezet door Duitsland. Er ontstond niet alleen levendige smokkelhandel tussen de twee landen, maar ook kwam er een vluchtelingenstroom van zuid naar noord op gang. Daarom zetten de Duitsers langs de grens hekken onder krachtstroom. Deze Doodendraad is hier en daar als gereconstrueerd monument tussen de grenspalen te zien, zoals hier bij grenspaal 174. Langs de Grote Heide bromt de Moto Guzzi tevreden voort. Zo dicht mogelijk langs de grens, langs zo veel mogelijk grenspalen als mogelijk.

Het enorme klooster Achelse Kluis ligt op de kaart gezien in een uithoek, vroeger woeste, onvruchtbare gronden met heide, moeras en wat bos. Daar liepen hoogstens wat zandpaden doorheen. En staatsgrenzen, vertelt Toon, want die waren lekker makkelijk te trekken in die streken waar niemand op aasde.

Peelse Heide Niet alle grenspalen zijn over de weg te bereiken. Soms staan ze in het midden van niets of achter een hek, van een waterzuiveringsinstallatie bijvoorbeeld.

Maar dat staat ons rijplezier niet in de weg. Vennetjes, akkers, weiland en bos wisselen elkaar onderweg op aangename wijze af. We draven voort over de Peelse Heide, sinds 1920 beplant met bos, naar de Hoge Vijvers. Ook hier was vroeger geen bos om motorrijders schaduw te schenken, totdat heide en veen werden bebost.

De weg Beleven scheert langs de grens. Linksaf eindigt de De Luther op de grens. Langs het bos staat een hoog hek dat aan het voormalige IJzeren Gordijn herinnert. Meteen links staat grenspaal 204 naast het hek op de rand van een akker. Uit het zicht staat een kinderwagen, die doet denken aan het exemplaar in het Smokkelmuseum. Leeg. Paal 204 zit vol kogelgaten. Welk drama heeft zich hier afgespeeld?

Op de Poppelsdijk verraadt alleen een andere keur asfalt dat we de grens overgaan. Geen slagboom, geen verlaten douaniershokje, geen bord, geen grenspaal.Niks. Bij Aarle loopt de grens over het slingerende water van de Poppelsche Ley. Grenspaal 212 staat vlak over het bruggetje, weer op Belgische bodem.

Lapjesdeken Rij je hier nou door België of Nederland? Die vraag komt onderweg vaker op, maar helemaal in Baarle-Nassau. Dat is een lapjesdeken van kleine stukjes land ingesloten door een ander land.

Als je hier een contract weet binnen te slepen om grenspalen te plaatsen kun je na die klus gaan rentenieren. Maar helaas. De daarover beslissende overheden hebben besloten om die grensmarkeringen in en rond Baarle-Nassau en Baarle-Hertog maar over te slaan. Paal nummer 214-215 bij de kerk in Baarle-Nassau is dus een koekoeksjong, pas in 1976 geplaatst.

Boter, alcohol, tabak, vee. Tot de helft van de twintigste eeuw was smokkelen een aanvulling op de karige lonen. Met de stijgende welvaart nam ook de criminalisering van de smokkel toe.

Smokkel werd niet gezien als een misdaad, maar als sport, als een uitdaging. In de jaren zeventig stopte de gewone man met smokkelen. Grenzen vielen weg door Benelux, EEG en EU. De winstmarges op tabak, boter en vee werden steeds kleiner. De georganiseerde misdaad kon door schaalvergroting zijn invloed uitbreiden. Het gaat nu om wapens, drugs en mensensmokkel. Die laatste bedrijfstak schijnt nu de grootste van allemaal te zijn.

Smokkelaarspannenkoek Grenspaal 216 staat verloren naast weer een bruggetje over een watertje, de Strijbeekse Beek. Waar het Belgische asfalt ophoudt, begint een Nederlandse zandweg. Die Meerleseweg gaat verderop over in het asfalt van de Grazenseweg, die weer grenspaal- en dus verhaalloos overgaat in de Belgische N138. Boven Dreef laten we met grenspaal 219 het noordelijkste punt van België achter ons. Bij herberg Het Smokkelaartje blikken we achter een smokkelaarspannenkoek tevreden terug op het grenspaalverhaal van een geslaagde toertocht. Bedankt Toon!

Rijksgrenspalen Formeel heten ze Rijksgrenspalen. De afpaling van de hele Belgisch-Nederlandse grens, vastgelegd in het ‘Het reglement voor het plaatsen van de grenspalen’, begon in 1843 met grenspaal nummer 1 op het Drielandenpunt in Vaals en eindigde met grenspaal nummer 365 in het Zwin ten westen van Retranchement in Zeeuws-Vlaanderen.

De gietijzeren palen zijn grijs met zwarte wapenschilden van België aan de ene en van Nederland aan de andere kant. Elke paal weegt 372 kilo en heeft een uniek nummer. De totale lengte van de paal is volgens voorschrift 230 centimeter zonder topstuk, waarvan de kegel of het obeliskvormige deel met de wapenschilden 130 centimeter hoog is en de bekroning (een gestileerde dennenappel) 17 centimeter. De palen staan als asperges onder de grond gestoken, op 60 centimeter diepte zitten ze verankerd aan een achthoekige betonnen sokkel. Souvenirjagers hebben een er dus een zware klus aan om zo’n grenspaal uit te graven en achterop de motor mee te nemen. Daar waar de grenslijn lichte buigingen maakt staan tussen de formele grenspalen hier en daar ook lagere tussenpalen van blauwe hardsteen als ‘opvulsel’.

Op 30 oktober 1843 vond de openbare aanbesteding plaats voor het leveren en plaatsen van 388 gietijzeren en 356 hardstenen grenspalen. Het gieten van de ijzeren palen gebeurde door de Société De Vennes in Luik. De firma Stevens uit Maastricht leverde de hardstenen tussenpalen. Het vervoer en het plaatsen van de palen werd eveneens aan een Belgisch en een Nederlands bedrijf gegund. In 1844 werden de palen geplaatst. Het onderhoud van de palen werd geregeld door een reglement dat bepaalt dat de gemeentebesturen hun rijksgrensvak in de lente van elk jaar inspecteren en daarvan een proces-verbaal opmaken.

Doodendraad Van Aken naar Antwerpen liep vanaf 1915 de Doodendraad op de Nederlands-Belgische grens. Zo’n 360 kilometer 2000 Volt hoogspanning en dat in een tijd dat elektriciteit nog helemaal niet was ingeburgerd. Deze eeuw werden langs de grens hier en daar stukjes Doodendraad gereconstrueerd. Informatieborden vertellen er de dramatische verhalen bij die zich aan de draad hebben afgespeeld.

Zin om mee te rijden? Schrijf je dan hier snel in!

Auteur & Fotografie: Michiel van Dam