Parijs dat dé Lichtstad werd (door Napoleon III en Haussmann)

2022-03-03 02:22:01 By : Ms. Cherry Fan

Parijs, zoals we het kennen en zoals het ons lokt, dankt haar steedse allure aan een facelift in het midden van de negentiende eeuw. Keizer Napoleon III en prefect Haussmann ploegden toen het middeleeuwse straatbeeld om. Zij creëerden een nieuwe stad met brede lanen, parken, moderne voorzieningen en grootse gebouwen. In het boek De Ziel van Parijs zoekt Dirk Velghe uit wie zowel Napoleon le Petit en Haussmann-Attila waren.

In de geschiedenis is de keizer-oom een naam, zijn neef een nummer.

De ziel van Parijs – Dirk VelgheZo schetst Dirk Velghe in zijn veelzijdig boek het verschil in status tussen Napoleon I, de eerste Franse Keizer en zijn navolger Napoleon III. Louis-Napoleon Bonaparte, de derde dus, (1803-1873) werd als ‘Prins van Holland’ geboren. Zijn vader Louis, de jongste broer van Napoleon I, was immers koning van Holland tussen 1806 en 1810, zoals Nederland in die (bezettings)tijden werd genoemd. Zijn bijnaam luidde Lamme Koning of Konijn van ‘Olland. Zijn moeder Hortense was de dochter van Joséphine de Beauharnais, Napoleons eerste echtgenote. Het leven van neefje Napoleon was na Waterloo en de definitieve teloorgang van zijn oom, behoorlijk chaotisch. Zijn ballingschap als kind in Duitstalig Zwitserland zorgde dat hij bedachtzaam, bijna aarzelend Frans met een Duits-Zwitsers accent praatte.

Opgegroeid in de glorie van de machtige Bonaparte, probeert hij zijn leven lang de glans van zijn oom te evenaren. Zijn politieke machinaties en manipulaties vielen echter noch in Frankrijk noch in het buitenland in goede aarde. Ook omdat hij nogal eens van kamp veranderde. In Italië steunde hij eerst de opstandelingen, de Carbonari, die de macht van de Pauselijke Staten en van de Oostenrijkse bezetting in het Noorden wilden breken. Ze betrachtten een eenheid van de versnipperde statenmozaïek en een liberale monarchie met een grondwet. Later keert Napoleon zijn kazak en steunt opnieuw de Paus en de Franse Bourbonvorst van het vorstendom Napels en de twee Siciliës. De Italiaanse eenheid beoogt hij niet echt maar de opbrengst van zijn bemoeienissen is dat hij het onafhankelijke graafschap Nice en het hertogdom Savoie bij zijn Franse rijk kan hechten.

Zijn hele leven blijft hij poken in de internationale politiek. In Mexico met zijn geostrategische ligging wil Napoleon ook zijn zegje en hij ‘benoemt’ er de Oostenrijkse aartshertog Maximiliaan en zijn echtgenote Charlotte, dochter van de Belgische koning Leopold II. Ook dat avontuur draait faliekant uit. Maximiliaan wordt door de Mexicaanse ‘rebellen’ gefusilleerd en Charlotte eindigt – zwaar gestoord – haar leven in een afgezonderd kasteel nabij Brussel.

Napoleon III intervenieert in tal van internationale conflicten, waaronder de Krimoorlog (1853-1856):

Ten tijde van dat militaire spierballengerol zit Napoleon al op de ‘herstelde’ (tweede) Keizerstroon. Maar om dat doel te bereiken nam hij zijn toevlucht tot heel wat gekonkel. Pas na de Franse julirevolutie van 1830 kreeg een Bonaparte opnieuw toegang tot Frankrijk. Een simpel verblijf is niet voldoende. Macht is het perspectief. Desnoods met staatsgrepen. Het levert hem de bijnaam Boustrapa op, naar de mislukte coups in Boulogne, Straatsburg en Parijs. De regering gooit hem in de gevangenis, een slotvaste burcht in Noord-Frankrijk.

In tegenstelling tot de illustere Aigle, die als een arend over de naties van Europa cirkelde, zit zijn neef nu al meer dan vijf jaar in een kooi. In het zwaarbewaakte Fort van Ham is hij erin geslaagd een deftige kamer te verkrijgen, een salon met een uitgebreide bibliotheek en een klein laboratorium waar hij zich kan uitleven met scheikundige proeven. […]

De l’extinction du paupérismeHij schrijft er artikels, essays en het boek De l’extinction du paupérisme (Over het uitdoven van de armoede – 1844). Bovendien is het linnenmeisje gewillig en schenkt hem twee zonen:

Niemand vermoedt dan ook het minste kwaad wanneer op een mooie dag in mei 1846 een timmerman op klompen enkele planken over de binnenplaats van het fort versleept. Hij stopt even, kijkt verveeld rond, trekt zijn pet dieper over de ogen en lurkt aan zijn pijp. Dan tilt hij de planken op zijn schouder en slentert de poort uit. Twee dagen later zit Louis-Napoleon opnieuw in Londen. Uit: ‘De Ziel van Parijs’

Die ontsnappingspoging levert hem een bijnaam op: Badinguet, wat een soortement avonturier zonder scrupules, een nietsnut, een praatjesmaker beduidt.

In London, zijn salle d’attente (wachtkamer), leidt de verbannen Bonaparte een mondain leven. Hij woont er in het huis van de jonge én rijke courtisane-actrice, Harriet Howard, geboren als Elizabeth-Ann Haryatt:

Zijn eigen fortuin is intussen opgegaan aan zijn ‘revoluties’, maar de 23-jarige schone voorkomt zijn bankroet. Meer nog, ze investeert een deel van haar kapitaal in de propaganda die haar held wil voeren ter voorbereiding op de aankomende verkiezingen van 1848 in Frankrijk. Het wordt menens nu, de speeltijd is uit. Begin 1848 is de toestand in heel Frankrijk precair en in Parijs ronduit explosief. Werkloosheid en armoede zijn er met gelijke tred toegenomen, en zoals overal in Europa broeit ook hier een revolutiejaar. Uit: ‘De Ziel van Parijs’

Napoléon III in 1861 – Geportretteerd door Hippolyte FlandrinMet minnares en kroost keert hij opnieuw naar Parijs, waar ze hem niet graag zien komen. Maar de toestand is bijzonder chaotisch. Na zijn verkiezing als parlementslid ziet hij het nog groter:

Napoleon III werd in 1848, na de eerste proletarische revolutie die naam waardig, eerst verkozen tot president van de Tweede Republiek. Drie jaar later begraaft hij ze met een kille staatsgreep. Hij, Louis-Napoleon Bonaparte, neef van Napoleon, roept Frankrijk uit tot keizerrijk en zichzelf tot keizer Napoleon III. Zijn Second Empire (Tweede Keizerrijk) is een eerherstel voor het verslagen keizerrijk van zijn illustere oom Napoleon Bonaparte. Uit: ‘De Ziel van Parijs’

Napoleon is daarmee de eerste Franse president verkozen door algemeen stemrecht (enkel voor mannen). Een autoritair bewind dat de steun zoekt bij de volksmassa’s. Omdat het presidentschap echter voor vier jaar geldt en herverkiezing onmogelijk is, pleegt hij op 2 december 1851 opnieuw een staatsgreep en roept zichzelf een jaar later tot Keizer Napoleon III uit.

Frankrijk wordt het ‘Second Empire’, aanvankelijk een autoritaire, maar vanaf 1860 steeds meer een ‘verlichte’ dictatuur. Het keizerlijk motto is alvast veelbelovend: L’Empire, c’est la paix. (Het Keizerrijk is de vrede)

Vluchtend voor de repressie vestigen politieke tegenstanders zich in Engeland maar ook in België. Victor Hugo, auteur van het epos Les Misérables, publiceert in Brussel in 1852 het venijnige pamflet Napoleon le Petit. Het wordt clandestien Frankrijk binnengesmokkeld, soms zelfs in de buikwand van een… kabeljauw. Hugo, virulente tegenstander van de kleine keizer, spaart zijn scheldkanonnades niet:

“Een nulliteit”, “die kleine is een bastaard, hij heeft zijn naam gestolen, zijn geboorte is een schande”, “hij is van gemiddelde gestalte, koud, bleek, traag, wat je doet denken dat hij nooit echt wakker is”, “hij heeft een dikke snor en een uitgedoofd oog. Het is een vulgair personage, kinderlijk, theatraal en ijdel. Hij houdt van glorie, pompon en pailletten. Als erfgenaam van de slag bij Austerlitz, kleedt hij zich als een generaal”, “hij liegt zoals anderen ademen” enzovoort. Hugo houdt het twintig jaar vol. Het levert hem een fortuin aan auteursrechten op en de keizer een groeiend aantal vijanden. Uit: ‘De Ziel van Parijs’

Voor de buitenlandse pers is de kleine Napoleon altijd al een geschikt onderwerp van spot geweest. Vooral in de satirische Belgische pers vloeien de karikaturen uit de tekenpennen. Persvrijheid is immers gewaarborgd in de Belgische grondwet en Napoleon verbijt zijn colère in zijn snor en sikkebaardje waarmee hij kenschetsend getekend wordt. België bibbert want Napoleon lonkt ook met wellustige ogen naar die economisch welvarende noorderbuur. Omdat de Belgische overheid en Koning Leopold I beducht zijn voor een annexatie (zoals in Nice en Savoie), werd een Belgische wet op majesteitschennis uitgevaardigd. De Wet Faider, genoemd naar de toenmalige minister van Justitie, stipuleerde het verbod op het beledigen van een buitenlands staatshoofd. Die vreemde monarch diende echter wel zelf een klacht bij de Belgische justitie in te dienen…

Persvrijheid, dat kent Frankrijk niet. Ook cultuur is aan censuur onderworpen. En toch wil de nieuwe keizer vooruitgang. Fotografie, een nieuwe ‘industrie’ vanaf de jaren 1840, draagt zijn belangstelling. Napoleon III is een bizarre man. Zijn gedachtegoed is een hutsekluts van de oude keizersdroom, het Bonapartisme, van romantisme, van autoritarisme, liberalisme en Saint-Simonisme, een vroeg utopisch socialisme:

Op sociaal en economisch vlak is Napoleon III moeilijk onder één noemer te vangen. Nu eens een extreme liberaal, dan weer een utopische socialist probeert hij economische en sociale groei gelijk te laten sporen. Zelf grapt hij over zijn politieke draagvlak: “L’impératrice est légitimiste, Morny est orléaniste, le Prince Napoleon est républicain et je suis moi-même socialiste. Il n’y a qu’un seul bonapartiste, c’est Persigny, et il est fou.” (De keizerin is legitimiste. Morny, zijn onwettige halfbroer is Orléanist (het koningshuis van de familie d’Orléans). De prins Napoleon, zijn neef, is republikein en ikzelf ben socialist. Er is maar één Bonapartist en dat is Persigny, de minister van binnenlandse zaken, en die is gek.) Uit: ‘De Ziel van Parijs’

Napoleon ijvert ook voor publiek onderwijs en voor het recht van arbeiders om zich te organiseren.

In 1870, aan het einde van het bewind van Napoleon III, zijn de arbeiders in elk geval stukken beter af dan tijdens de Monarchie de Juillet of de Tweede Republiek. Uit: ‘De Ziel van Parijs’

Georges Eugène HaussmannZijn ballingschap over het Kanaal heeft hem ook nieuwe inzichten gegeven. Groot-Brittannië is een economische, politieke en financiële wereldmogendheid, mede dankzij de groeiende industrialisatie. Bovendien beleeft hij London als een fraaie stad met brede lanen en parken. Dat wil hij ook voor ‘zijn’ nieuwe hoofdstad. Dus vraagt hij aan de nieuw aangestelde prefect Georges-Eugène Haussmann (1809-1891) een plan voor l’embellissement de Paris. Stads verfraaiing en -transformatie is in vele Europese steden – waaronder Brussel – in die negentiende eeuw bon ton.

Haussmann maakt er een totaalproject van waarin sanering, mobiliteit en verfraaiing op elkaar inspelen. Binnen de kortste keren verandert Parijs in de bouwwerf van de eeuw. De Opéra Garnier, het Théatre du Châtelet, het Théatre de la Ville, talrijke boulevards, parken en pleinen, bruggen zoals de pont Saint-Michel en stations als de Gare du Nord en de Gare de Lyon zijn zichtbare herinneringen aan die tijd. Onzichtbaar zijn de kilometerslange aquaducten die voor het eerst gezond drinkwater naar de stad voeren en de riolen die het afvalwater kanaliseren naar ondergrondse collectoren. De aanzet daartoe was reeds door zijn illustere oom gegeven. Voor een stad die in 1832, 1849 en 1853 een cholera-epidemie over zich heen kreeg, is dat van levensbelang. Uit: ‘De Ziel van Parijs’

Parijs wordt tot Lichtstad omgetoverd. Niet zonder enig protest wordt het oude, krochtige, verloederde middeleeuwse stadsweefsel uitgebaggerd om een ville nouvelle (nieuwe stad) te creëren. Pech, als ook wat patrimonium sneuvelt.

Parijs is een immens atelier van verrotting, waar de miserie, de pest en de ziektes elkaar versterken, waar geen zonlicht noch lucht doordringt in de nauwe stegen, waar de planten verwelken en waar vier op de zeven kinderen sterven binnen het jaar. Uit: ‘De Ziel van Parijs’

The Rue du Jardinet in Parijs, afgebroken door Haussmann om ruimte te maken voor de Boulevard Saint Germain.Zoals vele negentiende-eeuwse Europese steden is ook in Parijs de armoede schrijnend. Dokter Bayard rapporteert over de talrijke huurkamers:

Die worden door nietsontziende eigenaren verhuurd per nacht. “Ik vond in een kamer van 5 vierkante meter 23 individuen, mannen en kinderen door elkaar, op 5 bedden. De stank in de kamer was zo erg dat ik door walging werd overmand. Zelfs mijn kaars ging erdoor uit. Uit hun schoenen en kleren steeg een zure, onverdraaglijke geur op, die alle andere walmen overheerste.” Nog treffender is het verslag van Alexandre Baudet-Dulary, dokter en deputé: “Vrouwen sterven op een strozak, zonder dekens, omringd door uitgehongerde kinderen. Ja, ik heb kinderen hopeloos zien zuigen op lege en verschrompelde borsten van wegkwijnende moeders, verstoken van enige hulp, noch voor hen noch voor hun kinderen.” Uit: ‘De Ziel van Parijs’

Haussmann, telg uit een protestants gezin uit de Elzas, behaalde zowel een juridisch diploma aan de Sorbonne-universiteit als een muziek bul aan het Conservatorium. Hij beseft dat niet enkel een schoonheidsoperatie maar een algemene urbanistische en sociologische ingreep nodig is.

In Haussmanns ogen zijn gezondheid, welvaart en politieke stabiliteit met elkaar verbonden. Mensen die gezond zijn, kunnen werken. Zij die werken, hebben een inkomen. Zij die een inkomen hebben, hebben te eten. Zij die te eten hebben, willen met rust gelaten worden. Geen revoluties meer, geen chaos. Als Haussmann iets haat, dan is het revolutie en chaos. Zijn echte uitdaging is de bron van epidemieën, de plek van groeiende armoede en de broeihaard van revoluties – Parijs is het op dat moment alle drie – te transformeren tot een gezonde, welvarende stad. Bescheiden is dat niet. Haussmann slaagt erin de esthetische dromen van de Napoleon III open te trekken tot zijn eigen heilige drievuldigheid: assainissement, circulation, embellissement. Sanering, mobiliteit en – pas dan – verfraaiing. De nieuwe cholera-epidemie van 1854, die in geheel Frankrijk 143.000 slachtoffers maakt, versterkt zijn pleidooi. De keizer plooit. De nieuwe prefect maakt het plan de l’empereur tot zijn eigen plan, het plan Haussmann.Uit: ‘De Ziel van Parijs’

Maar het urbanistisch project van Haussmann slaat diepe kraters, niet alleen stedenbouwkundige. Zijn bijnaam luidt de Attila van de onteigeningen.

Argwanend omringt hij zich met specialisten die hij een voor een persoonlijk kent: Victor Baltard, de stadsarchitect, ontwerpt tien monumentale markthallen in baksteen, gietijzer en glas (nu jammer genoeg verdwenen). Adolphe Alphand wordt de tuinman van Haussmann. Hij legt het Bois de Boulogne en het Bois de Vincennes aan, nivelleert het Trocadéro, tekent voor het Champ-de-Mars, het parc Monceau en het parc Montsouris. Uit de oude kalkgroeve van de Buttes-Chaumont tovert hij een idyllisch park met watervallen, vijvers en wandelbruggen. Gabriel Davioud, architect van de Ecole des Beaux Arts, wordt zijn ‘designer’. Hij tekent voor de fonteinen, lantaarnpalen, zitbanken, kiosken, reclamezuilen en – elegante trouvaille – de chalets de nécessité…

De facelift van Parijs is ingrijpend:

In welgeteld zestien jaar en zes maanden werden meer dan 64 kilometer nieuwe wegen aangelegd, meer dan 100.000 nieuwe woningen gebouwd, het aantal gaslantaarns verdriedubbeld, 80.000 bomen geplant langs de boulevards en avenues en 585 kilometer riolen en ondergrondse waterleidingen gelegd..Uit: ‘De Ziel van Parijs’ […] Voor de enen blijft Georges-Eugène Haussmann een Attila, een barbaar, de moordenaar van de ziel van Parijs, de bever uit de keizerlijke dierentuin die de stad ondergraaft uit eigen gewin. Voor de anderen is hij de visionair die het nog bijna middeleeuwse Parijs naar de toekomst heeft gekatapulteerd.Uit: ‘De Ziel van Parijs’

Geopperd werd dat de stedenbouwkundige opkuis de classes laborieuses, classes dangereuses’ (wekende klassen, gevaarlijke klassen) wou nekken. Volkse oproer en revoltes zouden vlugger kunnen neergeslagen en onderdrukt worden. Charges van de ordediensten zouden meer slagkracht op rechte boulevards hebben. Dat is een fabeltje want de Commune van Parijs (1871) bewijst het tegendeel. De barricades, een stapeling van alle mogelijke stenen, puin, kasten, huisraad slaagden erin om de ‘ordehandhavers’ op afstand te houden.

Parijs wordt wel een aantrekkingspool zowel voor mensen op zoek naar een beter leven als voor kunstenaars en zeker voor buitenlandse vorsten en adel op zoek naar wuft plezier en amusement allerhande. Het nieuwe Parijs dient als reclamebord voor het keizerspaar en het weelderige decor voor hun feesten. Om die glans nog kracht bij te zetten, zijn er de ‘handelsbeurzen’, aka wereldtentoonstellingen, die publiek van heinde en ver verbluffen:

Lang duurt het feest niet. Haussmann wordt in 1870 ontslagen. Datzelfde jaar engageert de keizer zich ook in een oorlog met Pruisen. Dat loopt faliekant af. Voor beide hervormers wacht opnieuw een buitenlands verblijf. Napoleon overlijdt drie jaar later in ‘zijn’ Londen. Haussmann keert later opnieuw terug naar ‘zijn’ Parijs. Tot zijn overlijden in 1891, de… Belle Epoque.

~ Eliane van den ende Historicus en cultuurjournalist

Boek: De Ziel van Parijs, Bijzondere plekken, mensen en geschiedenissen Ook interessant: De ‘vrouwtjes’ van Parijs

Rudolf Samuel Henzi, geboren in Bern in 1731, was in dienst van stadhouder Willem V. Zijn brieven aan de stadhouder zijn recent bestudeerd.

Naar schatting waren rond het midden van de negentiende eeuw ongeveer honderdduizend vrouwen in Parijs werkzaam in de prostitutie.

Tijdens besprekingen met de Britse regering over mogelijke wapenstilstandsonderhandelingen eind 1918, adviseerde de Britse opperbevelhebber generaal Haig zijn regering de wapenstilstandseisen voor Duitsland niet

Op 2 maart 1127 vond er in de Sint-Donaaskerk van Brugge tijdens de ochtendmis een gruwelijke misdaad plaats.

Aan het eind van de achttiende eeuw kwam er een nieuw soort vluchteling op. Dit had te maken met de Franse Revolutie. Of liever:

  Of bekijk onze alfabetische onderwerplijst

Op Historiek vindt u historische achtergronden bij het nieuws, maar ook bijvoorbeeld boekbesprekingen, historische uitdrukkingen en gezegden, informatie over de Griekse mythologie, wereldoorlogen en veel historische foto's. Veel van onze encyclopedische artikelen zijn ook goed te gebruiken voor spreekbeurten en werkstukken.

- Fout in een artikel? Opmerking? Vraag? Gebruik dit formulier - Historicus? Docent geschiedenis? Journalist? Publiceer op Historiek

Bij Historiek vinden we dat geschiedenis niet alleen interessant maar ook relevant is. Ons motto: "Omdat we ook van gisteren zijn..." Geschiedenis voor een breed publiek